Voor een herfstige dag
Als kind was ik al dol op boterkoek. Dan maakte ik dit op een zondagmiddag uit het beduimelde kookboek van mijn moeder. Er zaten namelijk zoveel vlekken in dat je het recept bijna niet meer kon lezen. Niet dat dit nu zoveel uitmaakte, we kenden het recept inmiddels uit ons hoofd.
Ik weet nog wel dat ik heel wat afsnoepte van het deeg, dat eigenlijk al een traktatie was.
Als de koek eenmaal in de oven stond was het wachten begonnen. De belofte op een stuk van de boterkoek bij de thee maakte mij het druilerige weer helemaal doen vergeten. Smullen was het dan ook als de boterkoek afgekoeld in stukken gesneden kon worden.
Deze variant is eigenlijk stiekem nog lekkerder. De appel maakt de koek lichter en frisser. Natuurlijk is het nog steeds een koek om niet al teveel in een keer van te eten. Daar is boterkoek ook niet voor bedoeld. Kleine puntjes snijden en bewaren in een luchtdichte trommel.
- 300 gram bloem
- 170 gram kristalsuiker
- 1 zakje vanillesuiker
- 250 gram roomboter
- 2 zoet/zure geraspte appel
- ½ el kaneel
- Scheutje melk (optioneel)
- Verwarm de oven op 200 graden
- Kneed de boter met de bloem en beide suikers goed door elkaar tot je een deegbal hebt
- Doe de geraspte appel en kaneel in de kom en kneed alles nogmaals goed door elkaar
- Vet een boterkoek vorm of andere lage taartvorm in met wat boter
- Verdeel het deeg over de vorm
- Bestrijk eventueel het deeg met wat melk (dan krijgt de koek een mooi bruin korstje)
- Zet 25 minuten in de oven
- Haal dan uit de oven en laat helemaal afkoelen
- Snij dan in punten
Geef een reactie