Massamoord
Eigenlijk zijn we met z’n allen (op de vegetariërs na) best hypocriet. Wel dat lekkere biefstukje of kipfilet eten, maar niet willen zien hoe het beestje aan zijn einde komt. Of horror, nog erger, het zelf durven slachten. Daar keren onze weke magen zich letterlijk van om. Maar eigenlijk doen we het vaker dan je zelf denkt. Een avondje mosselen eten bijvoorbeeld. Ach, dat is zo gezellig, maar eigenlijk is het een ware massamoord. Dan maar schijnheilig, want ik had zin in kokkels. Ook deze weekdieren worden levend in de pan gegooid. Maar was het niet de filosoof/bioloog Jean Rostand die zei: “On tue un homme, on est un assassin. On tue des millions d’hommes, on est un conquérant. On les tue tous, on est un dieu” (Vermoord een man en je bent een moordenaar. Vermoord er miljoenen en je bent een overwinnaar. Vermoord ze allemaal en je bent een god.). Ik moet toegeven, ik voelde me behoorlijk onoverwinnelijk toen ik de kokkels in de pan mikte. Beetje wijn en boter erbij en je hebt een heerlijk maal, hypocriet of niet.
- 500 gram kokkels
- 4 el olijfolie
- 2 teentjes knoflook, fijngehakt
- 25 gram peterselie, fijngehakt
- 100 ml witte wijn
- ½ rode peper, zaden verwijderd, fijngehakt
- 25 gram boter
- Spoel de kokkels goed schoon onder de koude kraan om het zand te verwijderen
- Verhit de olie in een hapjespan en bak de kokkels tot alle schelpjes openstaan
- Schud de pan goed
- Gooi schelpjes die dicht blijven weg
- Voeg de knoflook, wijn en rode peper toe en bak nog enkele minuten mee
- Neem de pan van het vuur en smelt de boter erdoor
- Serveer in diepe borden en strooi als laatste de peterselie over de kokkels
Geef een reactie